Dag | Dat is het binnenvlak van het materiaal dat een opening omsluit. |
Dagrente | De rente die op dat moment geldt voor nieuwe hypotheken. |
Dakbeschot | Dit is een winddichte betimmering of beplating, al dan niet voorzien van isolatie. Hierop wordt de dakbedekking aangebracht of de dakpannen. |
Dakgoot | Langs het onderste deel van het dak zit de dakgoot en heeft tot doel om regen en smeltwater op te vangen en via regenpijpen af te voeren naar de riolering of opvangbassains. |
Dakhelling | De hoek van het dakvlak ten opzichte van de vloer. (zie A en B in onderstaande figuur) |
Dakkapel | Is een opbouw op een schuin dak met een rechtopstaand venster of kozijn. Dakkapellen kunnen als maatwerk of als prefab worden aangeleverd. Ze vergroten het gebruiksoppervlak van een zolderruimte. |
Dakopbouw | Ronde of vierkante koepel, welke op het dak is gebouwd. |
Dakstoel | Bij een open dakstoel is er onder de kapconstructie geen gewelf of plafond, zodat de kapconstructie zichtbaar is vanaf benedenaanzicht. |
Dalrente | De laagste rente in de periode dat de hypotheekofferte geldig is. |
Damwand | Is een grond- en/of waterkerende constructie, die bestaat uit een verticaal in de grond geplaatste wand. De wand bestaat uit losse elementen uit staal of hout die door middel van een waterdichte messing en groefverbinding met elkaar zijn verbonden. Indien een damwand wordt toegepast bij een bouwput dan wordt na realisering van het gebouw de wand weer verwijderd. |
DCF-methode | Discounted Cash Flow methode De DCF methode is een waarderingsmethode waarbij rekening wordt gehouden met alle toekomstige inkomsten en uitgaven met betrekking tot een onroerende zaak, contant gemaakt naar de waardepeildatum. De periode waarover de berekening wordt gemaakt, de beschouwingperiode, kan 10 tot 20 jaar zijn. Hierbij is de (aangenomen) discontovoet is van belang. Uitgegaan dient te worden van de geldende percentages. De basis is het rendement op staatsleningen. Deze wordt verhoogd met een risico opslag wat ligt tussen de 2% en 5%. Grotere afwijkingen zijn mogelijk naarmate het risico van de belegging toeneemt. Deze methode wordt meestal toegepast bij de waardering van onroerende zaken waarin een groot aantal huurders gevestigd zijn. |
Deuvel | Als houten planken aan elkaar bevestigd moeten wordt gebruikt men vaak een houten pin ook wel deuvel genoemd. |
Doelgroepenwoning | Woning of zelfstandig deel daarvan waar service wordt verleend en die qua inrichting specifiek is gebouwd voor een bepaalde doelgroep (studenten/ouderen/gehandicapten). |
Doorvoerpan | Doorvoerpan dient voor het afvoeren van rookgassen. |
Drijfsteen |
Drijfsteen is een lichte bouwsteen die bestaat uit vulkanisch en licht puinsteen gruis. Deze steen is erg licht door de vele lucht die in de bims is opgesloten en daardoor drijft deze steen dan ook op water. Drijfsteen is vooral geschikt voor warmte- en geluidsisolatie en minder geschikt voor constructieve doeleinden. Daarom veel gebruikt voor warmte- en geluidsisolerende tussenwanden en niet dragende wanden. De eigenschappen van drijfsteen zijn verwant aan die van cellenbeton. |
Drive-in-woning | Een drive-in woning is een specifiek type eengezinswoning welke gekenmerkt wordt door de inpandige ligging van de garage in de hoofd-bouwmassa van het object, waardoor de ruimte voor het hoofdwoonvertrek op de daarboven gelegen bouwlaag is gesitueerd. |
Dubbel glas | Twee platen van glas met daartussen één centimeter lucht om de warmte binnen te houden. |
Duurzaam bouwen | Door de juiste keuze aan bouwmaterialen, woninginstallaties en de manier van bouwen wordt er energie bespaard en minder afval en milieu-onvriendelijke stoffen geproduceerd. |